Denn alles Fleisch es ist wie Gras...
Gras wordt hier gebruikt als metafoor voor de allesomvattende natuur.
Een speurtocht naar lijnen en tekens in gedroogde vezels van gras,
mos, eikeblad en iris via zelfgeschepte vellen plantaardig papier levert een karakteristieke typologie op. Via transparante vellen worden ze genoteerd en door mij het handschrift van de plant genoemd. Als deze tekens met elkaar in verband worden gebracht ontstaat er een rudimentaire taal: de taal die door de natuur wordt gesproken.
(1992)
D.D.
